- weggaan
- {{weggaan}}{{/term}}1 [vertrekken] go away ⇒ leave2 [ontslag nemen] leave3 [verdwijnen] go away4 [verkocht worden] sell♦voorbeelden:1 die brieven zijn gisteren weggegaan • those letters went out yesterdayplotseling weggaan • leave abruptlybij zijn vrouw weggaan • leave one's wifeweggaan zonder te betalen • leave without payingga weg! • go away!, get lost!; 〈uiting van verbazing〉 you don't say, you're kidding2 de telefoniste gaat weg • the telephone operator is leavingweggaan bij een firma • leave a company3 de pijn gaat al weg • the pain is already going awayde vlek gaat snel weg uit de jurk • the stain is coming off/will come off quickly from the dress4 weggaan tegen een lage prijs • sell at a low priceweggaan voor een krats • sell for a mere song/for peanuts
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.